BIJWOORD EN BIJVOEGLIJK
NAAMWOORD
Bijvoeglijk naamwoord zegt iets over : 1. een zelfstandig naamwoord
2.een persoonlijk voornaamwoord
Voorbeelden
:
bij 1. The castle is beautiful
bij 2. She is
beautiful.
Bijwoord zegt iets over : 1. een werkwoord
2. een bijvoeglijk naamwoord
3. een ander bijwoord
Voorbeelden
:
bij 1. She sings beautifully.
bij 2. The song
she sings is remarkably beautiful.
bij 3. She sings
remarkably beautifully.
N.B.
* Hoofdregel
: het bijwoord wordt gevormd door LY achter een bijv.nw.
te zetten.
Voorbeeld :
nice - She speaks nicely.
slow- He drives slowly
* eindigt
het bijv.nw. op 1 medeklinker en een Y dan wordt deze
Y een i
Voorbeeld :
easy - He did it easily.
clumsy - She rode clumsily.
* de
E na een L valt weg
Voorbeeld
:
simple - The thief simply got away. terrible-
It rained terribly.
* Het bijv.nw.
GOOD wordt als bijwoord WELL.
Voorbeeld :
The weather was good. He acted very
well in the play last night.
* Na FEEL,SMELL,TASTE,SOUND NOOIT een bijwoord met LY.
Voorbeeld
:
I felt great when the sun
shone.
He smells nice.
The
ice-cream tastes
terrible.
The music sounds horrible.
* Sommige bijvoeglijke
naamwoorden VERANDEREN als bijwoord NIET.
fast, low, cheap, hard, long,high, straight,
right, deep, near, far
Voorbeeld :
It’ s a fast plane. The plane is
flying fast.
The
river is deep.
He dives deep.